Ook bij thuisverpleging is er expertise rond chronische pijn: vraag ernaar!
Pijn is een complex gegeven en vraagt van zorgverleners specifieke kennis en ervaring. Thuisverplegingsdiensten spelen daarop in door referentieverpleegkundigen aan te stellen die zich specialiseren in pijn. Ook de opvolging van chronische pijn hoort bij hun takenpakket. Hoe verloopt dat in de praktijk? Prikkel ging op verkenning bij het Wit-Gele Kruis Limburg.
Verpleegkundige Sarah Paulussen werkt sinds oktober 2015 bij het Wit-Gele Kruis Limburg. “Vanuit mijn vorige job op een afdeling geriatrie had ik ervaring met de referentietaak rond pijn en palliatieve zorg. Het was dus niet meer dan logisch om ook binnen de thuisverpleging die taak op mij te nemen. Dat deed ik vanaf oktober 2017. In 2021 werd ik referentiespecialist oncologie, palliatieve zorg en pijn voor Limburg. Dat doe ik halftijds. De andere helft van mijn werktijd ga ik mee op ronde bij mensen die thuisverpleging nodig hebben.”
Hoe zit de taakverdeling onder de referentieverpleegkundigen in elkaar?
Sarah Paulussen: “Vroeger organiseerden we de referentietaak rond oncologie, palliatieve zorg en pijn op afdelingsniveau. Sinds vorig jaar doen we dat binnen zeven grotere gebieden die min of meer samenvallen met de zeven eerstelijnszones in Limburg. We koppelden oncologie los van palliatieve zorg en pijn, zodat onze referentieverpleegkundigen zich kunnen specialiseren in een van die twee domeinen. Hun expertise in oncologie of palliatieve zorg en pijn zetten ze in één of meerdere eerstelijnszones in. Palliatieve zorg en pijn blijven dus gebundeld, maar we geven de referentieverpleegkundigen wel de kans om bijkomende expertise op te bouwen rond een van die twee thema’s. Ik ben heel blij dat Sofie zich specialiseert in pijn, zodat de andere collega’s een beroep op haar kunnen doen.”
Sofie Feyen: “Ik werk sinds augustus 2010 als thuisverpleegkundige voor het Wit-Gele Kruis Limburg in de afdeling Bree. Vier jaar geleden volgde ik een opleiding rond palliatieve zorg bij Pallion en startte mijn extra taak als referentieverpleegkundige palliatieve zorg en pijn. Dit jaar volgde ik aan het vormingscentrum HIVSET de opleiding ‘referentiepersoon pijn- en pijnbestrijding’. Ik ben blij dat ik de kans krijg om me in dat thema te verdiepen en om mijn expertise te kunnen inzetten voor collega’s en patiënten.”
“Palliatieve zorg en pijn zijn gebundeld, maar referentieverpleegkundigen kunnen bijkomende expertise opbouwen rond een van die twee thema’s.”
Wat hield die extra opleiding rond pijn precies in?
Sofie: “Gespreid tussen januari en april 2025 volgde ik zeven dagen les over verschillende aspecten van pijn. Er namen verpleegkundigen uit verschillende settings deel, onder andere thuisverpleegkundigen die zoals ik voor een thuisverplegingsdienst werken, zelfstandige thuisverpleegkundigen en verpleegkundigen van een pijnkliniek.”
Hou je er nieuwe inzichten aan over?
Sofie: “Ik ben vooral tot het besef gekomen dat er vaak te weinig aandacht is voor emotionele pijn. Als patiënten aangeven dat ze pijn hebben, geven we vaak een pilletje bij, terwijl dat eigenlijk soms niet nodig is omdat er meer aan de hand is dan de fysieke pijn. Om een vollediger beeld te krijgen, is het belangrijk om in het begin goed door te vragen. Wat veroorzaakt of verergert de pijn? Hoe voelt de pijn aan? Waar doet het pijn en straalt die pijn eventueel uit? Wat is de intensiteit van de pijn? Wanneer is die pijn aanwezig en hoelang al? Hoe verlopen de dagelijkse activiteiten, slapen en eten?”
Sarah: “Verpleegkundigen die niet dagelijks met de pijnproblematiek bezig zijn, weten vaak niet goed hoe ze zo’n gesprek moeten voeren. Net daarom is het zo interessant dat we met referentieverpleegkundigen werken. Zij hebben die expertise wel.”
Waaruit bestaat het takenpakket van een referentieverpleegkundige pijn?
Sofie: “Via het elektronisch verpleegkundig dossier kunnen thuisverpleegkundigen vragen aan mij stellen. Als er zo’n vraag binnenkomt, bekijk ik eerst het volledige dossier. Is de pijn al grondig bevraagd? Welke medicijnen neemt de patiënt? Krijgt de patiënt kinesitherapie? Is er psychologische begeleiding? Op basis daarvan probeer ik tips te geven aan mijn collega’s. Als de situatie heel complex is of als de patiënt en/of de familie met veel vragen zitten, doe ik soms een huisbezoek. Een andere optie is dat ik de zorg tijdelijk overneem om de situatie beter in te schatten.”
Sarah: “Bij het Wit-Gele Kruis Limburg werken we met wijkteams. Zo’n wijkteam telt meestal een vijftal thuisverpleegkundigen en één wijkteamcoach. Om de twee weken zitten die samen voor een patiëntenbespreking. Ook vanuit dat overleg stromen er vragen voor extra ondersteuning rond pijn en pijnbestrijding door naar Sofie of een van de andere referentieverpleegkundigen.”
Sofie: “Het gebeurt ook dat ik op vraag van de wijkteamcoach mee rond de tafel ga zitten voor zo’n patiëntenbespreking. Dan bespreken we daar de verdere aanpak. Is het bijvoorbeeld opportuun om contact op te nemen met de huisarts of de kinesist of om begeleiding door een psycholoog voor te stellen?”
Hoe gaan jullie om met pijnmeting? Moeten de verpleegkundigen elke dag pijnscores bijhouden?
Sarah: “Voor palliatieve patiënten zijn er duidelijke richtlijnen. We verwachten dat de thuisverpleegkundigen bij elk verzorgingsmoment de pijn bevragen en de score invullen in het elektronisch verpleegkundig dossier. Ze worden daaraan herinnerd doordat er telkens als ze dat openen, een pop-up verschijnt over de pijnmeting. Voor andere situaties zijn er geen vaste meetmomenten vastgelegd. We moedigen onze verpleegkundigen wel aan om dat regelmatig te doen en om advies te vragen aan de referentieverpleegkundige als de pijnscore stijgt. Dat zou een automatisme moeten worden en dat proberen we zo mee te geven in onze vormingen.”
Sofie: “Ik merk dat collega’s soms wel de pijn bevragen, maar de scores niet registreren. Daardoor is moeilijk op te volgen wat werkt en wat niet.”
“Sommige mensen denken dat thuisverpleegkundigen er alleen zijn om hen te wassen en te verzorgen. Thuisverpleegkundigen kunnen zoveel meer!”
Patiënten vinden het soms vervelend dat ze voor de zoveelste keer moeten zeggen hoeveel pijn ze voelen. Hoe gaan jullie om met die weerstand?
Sofie: “In zulke situaties is het vooral van belang om aan de patiënt goed uit te leggen waarom je als verpleegkundige die meting doet. Zonder pijnscores kunnen we de evolutie niet volgen. Stel dat er plots een piek is, dan moeten we daar iets aan doen.”
Via welke kanalen wisselen de referentieverpleegkundigen onder elkaar ervaringen uit?
Sarah: “De referentieverpleegkundigen palliatieve zorg en pijn zullen in het najaar een bijscholing kunnen volgen rond pijn. Die zal ik samen met Sofie vormgeven. Driemaal per jaar organiseren we ook intervisies waar de referentieverpleegkundigen samen casussen bespreken en zo van elkaar leren. En eenmaal per maand is er een online forum. Dat is niet verplicht. Het geeft de referentieverpleegkundigen die dat wensen wel de kans om tussen de intervisies door met elkaar te overleggen.”
Sofie: “Eenmaal per jaar is er ook een beleidsdag waarop we alle referentieverpleegkundigen uitnodigen. We overlopen daar onder andere wie welke vormingen heeft gevolgd en wat we daaruit kunnen meenemen naar de praktijk. Waar gaan we volgend jaar rond werken? Op die beleidsdag komt er meestal ook een externe spreker over een bepaald onderwerp een korte bijscholing geven. Twee jaar geleden was dat bijvoorbeeld een pijnverpleegkundige van een pijnkliniek die uitleg kwam geven over de werking van een epidurale pijnpomp waarmee patiënten zelf de toediening van hun pijnmedicatie kunnen regelen.”
Is er binnen jullie werking ook aandacht voor chronische pijn?
Sarah: “Onze organisatie hecht veel belang aan een goede opvolging van mensen met chronische pijn, maar in de praktijk zien we dat die groep weleens vergeten wordt. Daarom zullen we volgend jaar chronische pijn meer in de picture zetten. We willen de thuisverpleegkundigen sensibiliseren om niet alleen voor palliatieve patiënten een beroep te doen op onze referentieverpleegkundigen, maar ook voor mensen met chronische pijn. Ook mensen met chronische pijn hebben recht op het advies van een referentieverpleegkundige. We hebben echt wel de expertise in huis om die mensen verder te helpen of om ze naar de juiste persoon door te verwijzen.”
Sofie: “In de opleiding rond pijn die ik volgde, kwam meermaals naar boven dat er te weinig of te laat wordt doorverwezen naar bijvoorbeeld een pijnkliniek en dat kinesisten te weinig worden betrokken. Soms komt er al een kinesist aan huis maar is die heel specifiek op één aspect aan het werken. Door de pijnklachten ruimer te bekijken, kan de kinesist misschien tips geven voor houdingen die de pijn kunnen verzachten of even naar een ander lichaamsdeel kijken waar de pijn zit. Net daarom is het zo belangrijk dat de verpleegkundigen die aan huis komen doorvragen over de pijn die iemand ervaart.”
Sarah: “De referentieverpleegkundigen hebben daarin een coachende rol. Ze proberen de verpleegkundigen die bij mensen met chronische pijn komen op weg te helpen. Ze nemen hun taak niet over, tenzij er specifieke expertise nodig is. Dan gaan ze wel soms zelf op huisbezoek.”
Sofie: “Dat kan bijvoorbeeld zijn om een grondige pijnbevraging te doen. Zeker bij mensen met chronische pijn kan die heel nuttige informatie opleveren. We hanteren daarbij het biopsychosociaal model. Dat betekent dat we zowel fysieke, psychologische als sociale factoren in kaart brengen.”
Sarah: “Van de thuisverpleegkundigen verwachten we dat ze de pijn regelmatig opnieuw bevragen aan de hand van een pijnmeting. Als de pijnscore niet afneemt, is het misschien tijd om andere opties te overwegen dan de lopende behandeling?”
Hebben jullie nog een boodschap voor lezers met chronische pijn die thuisverpleging inschakelen?
Sarah: “Aarzel vooral niet om naar expertise rond pijn te vragen. Sommige mensen denken dat thuisverpleegkundigen er alleen zijn om hen te wassen en te verzorgen. Thuisverpleegkundigen kunnen zoveel meer! Spreek ze aan, ook al hebben ze niet veel tijd. Zij kunnen dan op hun beurt hulp vragen aan een referentieverpleegkundige die gespecialiseerd is in pijn en die wel tijd kan vrijmaken om dieper in te gaan op de pijnklachten. Soms kan een kleine aanpassing een wereld van verschil maken. Grijp die kans!”