Ri de Ridder: "Onze gezondheidszorg is niet goed voorbereid op de toekomst".
Onze gezondheidszorg is goed, maar tegelijkertijd stel je vast dat een heleboel zaken niet kloppen en veel beter kunnen. En, onze gezondheidszorg is zeker niet voorbereid op de toekomst.Dat is het uitgangspunt van het boek van dr. Ri de Ridder ‘Goed ziek’.
Hoe zou je ‘Goed Ziek’ kort en krachtig samenvatten?
Ri de Ridder: “Je ziet toch wel een toenemend bewustzijn dat we met dit systeem niet goed voorbereid zijn op de toekomst. Een toekomst waarin mensen, mede dankzij de vooruitgang, voor langere periodes nood zullen hebben aan zorg. Daar zijn we niet goed op ingespeeld, omdat de manier waarop we nu werken niet duurzaam is. We zitten voor een stuk met overproductie in de zorg, dingen die niet echt iets toevoegen, maar die wel energie en middelen opslorpen. Mensen die in de zorg werken, worden ook veel geconfronteerd met burn-out, met overbelasting. Ze haken af. We verliezen nogal wat geld aan nutteloze dingen, herhaling van onderzoeken, medicalisering, overmedicatie, opnames die eigenlijk niets te maken hebben met een medische urgentie, maar met het ontbreken van oplossingen voor mensen die eenzaam zijn, en dergelijke. We hebben dus toch wel een aantal problemen. Er zitten grote gaten in onze zorg, zoals in de geestelijke gezondheidszorg, zeker naar jongeren. Preventie ontbreekt vaak. We zitten ook met palliatie, het levenseinde dat zeer medisch wordt ingevuld.
Vier invalshoeken:
1. Krijgen we eigenlijk vanuit de gezondheidszorg genoeg gezondheid?
Het antwoord is dat we er veel meer uit kunnen krijgen. Mensen worden te snel afhankelijk van medische zorg, ze verliezen een stuk autonomie en dat doet afbreuk aan hun gezondheid. Je hebt ook het fenomeen van zorg die te veel gaat pamperen, die te veel gaat toedekken.
2. De ervaring die mensen hebben met de kwaliteit van zorg kan veel beter.
3. De stress van het zorgpersoneel
Het gaat hierbij niet alleen over mensen die tewerkgesteld zijn in de zorg. Het gaat over iedereen die met zorgen in de samenleving bezig is. Heel veel mensen zijn dagelijks bezig met zorg, de informele zorg noemen we dat. Mantelzorg is bijvoorbeeld qua arbeidsuren en tijd die besteed wordt nog veel belangrijker dan de uren die al de professionals in de zorg besteden. Er is onvoldoende aandacht voor hoe zwaar dat is, en hoe belastend.
4. Het kostenplaatje.
Nu is er toch consensus dat ongeveer 20 procent van wat we uitgeven in de zorg – en dat gaat over miljarden – nutteloos besteed wordt. Ik noem dat verlies aan waarde. Je bent bezig met dingen te doen die niemand vooruit helpen, maar die wel veel energie opslorpen en angst creëren. Tegelijkertijd zijn andere dingen niet beschikbaar, dingen waar dan net een verschrikkelijke nood aan is. De geestelijke gezondheidszorg is daar echt een sprekend voorbeeld van.”
"Veel mensen beseffen al dat de manier van werken moet veranderen, maar verandering is lastig. Dat is dus de grootste uitdaging.”
Een vernieuwende aanpak, een transformatie naar een persoons- en buurtgerichte geïntegreerde zorg, bieden een oplossing?
“De vaststelling is dat de zorg enorm versnipperd is geraakt. Als je nu enkele chronische aandoeningen hebt – wat de situatie is van heel veel mensen – dan krijg je gemiddeld met 17 verschillende professionals, diensten en instanties te maken. Dat is enorm. Wie maakt de synthese? Wie zorgt voor een geheel waarin je niet verloren loopt? Een van de belangrijke problemen is dat de zorg zeer abstract en afstandelijk is geworden. Als je zorg terug dicht bij mensen kan brengen, en mensen in de buurt daarbij kan betrekken (niet alleen de patiënt en zijn familie), dan plaats je die zorg terug in de samenleving. Dat is eigenlijk de kern van de boodschap. Dat is wat vandaag enorm verloren gaat.”
"De zorg dicht bij de mensen brengen en mensen uit de buurt daarbij betrekken. Dat is de kern van de zaak.”
“Wat is belangrijk? Waar moet je tijd op inzetten? Wie heeft echt veel tijd nodig en wie heeft eigenlijk gewoon een steuntje nodig? De hefbomen om je leven te realiseren en de ruimte om dat te doen, zijn verloren gegaan. Dat naar de buurt terugbrengen, is nodig. Op dat niveau (7.000 – 10.000 mensen) zitten al direct 150 à 200 zorgprofessionals: apothekers, huisartsen, maatschappelijk werkers, noem maar op. Een hele reeks van mensen die eigenlijk rond die bevolking bezig zijn, en die misschien wel zin hebben om samen te werken, maar daar niet het kader voor hebben. De informatie stroomt niet door, er zijn geen ontmoetingsmomenten, men zit in heel verschillende werkcontexten. Dat moeten we terug samenbrengen in een teamwerking, waarbinnen je met elkaar kan kijken naar hoe je (individuele) problemen het beste aanpakt. Neem nu een huisarts met een patiënt die ook problemen heeft met zijn huis(baas), of met zijn papierwerk. In het systeem van geïntegreerde zorg kan je terugvallen op mensen die je kunnen ondersteunen bij het omgaan met de dingen die het leven moeilijk maken. Dat kader hebben we nodig.
Wat is de kern van geïntegreerde zorg?
“Ik pleit voor een model van zorg dat draait rond hoe we de beste omstandigheden creëren om voor jezelf en voor mekaar te kunnen zorgen. Waar zitten de gaten en hoe vullen we die in? Dat is de kern van geïntegreerde zorg. Daar hoort niet alleen gezondheidszorg bij, maar ook welzijnszorg. Hoe ondersteun je bijvoorbeeld een familie rond opvoeding? Kind en Gezin is daarin een actor die bijdraagt, onderwijs ook.
Van de zin van buurtgerichte zorg zijn eigenlijk al wel wat mensen overtuigd. We hebben ook wetenschappelijke argumenten: er is vastgesteld dat waar ingezet wordt op meer buurtbetrokkenheid, dat je daar minder gemedicaliseerde antwoorden krijgt op sociale problemen en dat behandelingen veel beter worden opgepikt, met minder verwikkelingen en incidenten. Met minder gaten, waardoor mensen minder op spoed belanden.”
"Waar ingezet wordt op meer buurtbetrokkenheid, krijg je minder gemedicaliseerde antwoorden op sociale problemen.”
Waar liggen de grootste obstakels om dat ook echt te gaan realiseren?
“Heel het systeem. Systemen zijn zeer hardnekkig, een gezin is ook een systeem op zich. Het is heel moeilijk als een gezin in de knel geraakt, om daar uit te geraken. Men valt altijd terug op de bestaande gedragspatronen. In de gezondheidszorg, wat toch een tiende van onze economie is, zitten inkomens, belangen, manieren van werken die men gewoon is. Men voelt zich veilig in de manier van werken, maar sluit zo ook heel wat dingen af. Moeilijke vragen worden afgeweerd. ‘Ja, maar ik kan dat niet oplossen, dat is voor iemand anders. Zoek het uit.’ Dat veranderen vraagt heel veel engagement en betrokkenheid, en bereidheid om de grenzen of de muren die rond iedereen zijn gebouwd, te doorbreken. Dat is niet gemakkelijk. Het gaat ook over organisaties. Een ziekenhuis is bijvoorbeeld zo’n grote organisatie. Daar gaat veel geld in om, daar staan machines die moeten renderen, daar werken mensen die ook wel een financiële positie en status hebben. Een systeem is dus zeer moeilijk om te veranderen.
Mijn boodschap aan chronisch zieke mensen:
“Jullie hebben echt wel recht om centraal te staan in de zorg. Jullie hebben het recht om gehoord te worden. Pak die rechten ook op, verenig je en manifesteer je op een of andere manier. Laat jullie horen, via lotgenotencontact, bijvoorbeeld. Laat jullie niet knechten, want in systemen als het onze neigen we patiënten toch altijd een beetje opzij te schuiven als ze wat te veel vragen stellen of met problemen afkomen die niet meteen oplosbaar zijn.”
Goed ziek
Ri de Ridder
Uitgeverij Van Halewyck
276 blz. – 22 euro