Hou je hormonen onder controle
Hoeveel weten we eigenlijk écht over die hormonen en hun werking? Volgens topdokter en endocrinoloog Guy T'Sjoen is dat over het algemeen erg weinig. En wat we denken te weten, is niet altijd correct. Redenen genoeg om er een boek over te schrijven, vond dr. T'Sjoen.
Hormonen, altijd een beetje uit balans
Dr. T’Sjoen:” Heel wat mensen gaan met vage klachten naar de endocrinoloog. Ze zeggen bijv. ‘ik ben vermoeid’, ‘ik ben wat aangekomen’, ‘ik ben vergeetachtig’, ‘ik ben emotioneel’ en voegen eraan toe ‘mijn hormonen zijn wellicht uit balans’. Maar hormonen horen net uit balans te zijn. Het hormonaal systeem is nl. gericht op het herstellen van de balans. Op die manier zorgt het ervoor dat je lichaam zich aanpast aan de buitenwereld. Er moet wel een zekere ‘controle’ zijn, want anders word je ziek. Vandaar de titel van mijn boek.”
Van voor de geboorte tot aan de dood
“Hormonen zijn overal in ons lichaam, al van lang voor de geboorte tot aan de dood. Ze regelen heel wat lichaamsfuncties en sommige zijn letterlijk van levensbelang. Onze hormonen worden aangestuurd vanuit de hersenen. Die krijgen voortdurend feedback: zijn er nog meer hormonen nodig of niet? Als je bijv. hormonen inneemt, wordt de eigen productie van dat hormoon in je lichaam verminderd of zelfs stopgezet omdat de hersenen voelen dat er genoeg van voorhanden is. Dat mechanisme heet negatieve feedback. Daarom heeft het niet veel zin om extra hormonen te nemen, tenzij in extreme situaties, ziekten dus, bijv. als het lichaam uit zichzelf een bepaald hormoon niet of teveel aanmaakt. In mijn boek probeer ik aan te tonen in welke mate sommige hormonen levensbelangrijk zijn en welke problemen er kunnen ontstaan bij overproductie of een belangrijk tekort van een bepaald hormoon.”
"Onze hormonen worden aangestuurd vanuit de hersenen."
Als je endocrinoloog bent, trekt het hele ziekenhuis aan je mouw
“Net omdat hormonen overal in je lichaam actief zijn, werken endocrinologen vaak samen met collega-artsen in het ziekenhuis. Het gebeurt regelmatig dat een patiënt langere tijd met bepaalde klachten rondloopt en dat uiteindelijk blijkt dat die klachten te maken hebben met een afwijkende hormonenspiegel.
Ik illustreer dit met drie verhalen:
1. Een man komt met nierstenen bij de uroloog. Die verbrijzelt de nierstenen. Na een tijdje komen de nierstenen helaas terug en de man krijgt opnieuw een niersteenverbrijzeling. En nog een derde keer. Op een gegeven moment vraagt de uroloog zich af of er misschien sprake is van een specifieke onderliggende oorzaak. Hij doet een bloedafname en ontdekt dat de calciumwaarde in het bloed veel te hoog is. Daarop stuurt hij de patiënt naar de dienst endocrinologie. Daar wordt vastgesteld dat één of meer van zijn bijschildklieren (parathyroïden) overactief zijn: hij lijdt aan primaire hyperparathyreoïdie waarbij het calcium uit het bot gehaald wordt, in de bloedbaan terechtkomt, en zo raken de nieren overbelast.
2. Een vrouw komt op spoed terecht: ze is flauwgevallen, heeft een lage bloedsuikerspiegel en is ook erg misselijk en moet braken. De artsen vermoeden dat het gaat om een maag- of darmontsteking (gastro-enteritis) en brengen haar naar de afdeling maag- en darmziekten. Op een gegeven moment is er een arts die de cortisolspiegel meet (cortisol is het bijnierhormoon). Die stelt vast dat de vrouw helemaal geen cortisol in haar bloed heeft: ze heeft de ziekte van Addison, een bijnierinsufficëntie. Als ze haar vragen of ze nog andere klachten heeft, vertelt ze dat ze al langer doodmoe is, weinig eetlust meer heeft en zich altijd flauw voelt.
3. Een man heeft last van een heleboel vage klachten die op het eerste zicht weinig met elkaar te maken hebben: hij transpireert veel, zijn trouwring past al lang niet meer, zijn schoenmaat is bizar genoeg wat toegenomen, hij bijt regelmatig op zijn tong, hij heeft slaapapneu en diabetes type 2. Uiteindelijk is er iemand die al deze puzzelstukjes bij elkaar legt: de man lijdt aan acromegalie. Bij acromegalie produceert het lichaam teveel groeihormoon. Toen ik aan Topdokters heb meegedaan, heb ik een vrouw met acromegalie gevraagd om haar verhaal te doen. De dagen na de uitzending hebben vijf mensen naar ons secretariaat gebeld die vertelden dat ze dezelfde symptomen hadden, en dat bleek te kloppen. Acromegalie krijg je niet van de ene dag op de andere. Mensen lopen soms lang met die verschillende problemen eer ze op het juiste adres belanden.
Dat mensen soms lang blijven rondlopen met dergelijke klachten, is niet zonder risico. De man in mijn eerste voorbeeld met een te hoge calciumproductie, kan op termijn osteoporose ontwikkelen. Osteoporose voel je niet, totdat je op een dag hevige rugpijn hebt en blijkt dat je een wervelindeuking hebt. Of iemand breekt een heup. In dat geval zit je met permanente schade. Dus hoe sneller zo’n diagnose gesteld wordt, hoe beter.”
doorbreken en de pseudowetenschap doorprikken, vooral als het over hormonen gaat.
Mythes en misverstanden
“Hormonen, dat is een woord dat spanning oproept, misschien een beetje gevaarlijk klinkt en soms misbruikt wordt. Als het woord in een krantenkop voorkomt, denkt iedereen dat er van alles aan de hand is. Hormonen worden soms ook gedemoniseerd. Daarom wilde ik in dit boek ook een duidelijk onderscheid maken tussen de wetenschappelijke feiten over hormonen en de mythes.”
Ik geef wat meer uitleg over drie mythes waarmee ik regelmatig mee geconfronteerd word: de mythe van de bijnieruitputting, de mythe van ‘een beetje’ diabetes hebben en de mythe van overgewicht door een traag werkende schildklier.
1. Bijnieruitputting
Een erg hardnekkige mythe is die van de bijnieruitputting. Er is totaal geen wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van zo’n diagnose. Toch zijn er artsen die deze diagnose geven aan patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom of fibromyalgie en ze vervolgens cortisone geven. In het begin van de behandeling voelen deze patiënten zich heel wat beter: ze hebben meer energie en minder pijn. Maar dit effect is slechts tijdelijk. Na verloop van tijd hebben deze patiënten zo’n hoge dosis nodig dat ze de bijwerkingen van cortisone gaan ervaren. Omdat het lichaam van buitenaf cortisol krijgt, stoppen hun bijnieren met de eigen aanmaak van cortisol (negatieve feedback: zie hierboven). Het gevolg hiervan is een echt bijnierprobleem, waarbij ze afhankelijk zijn geworden van de cortisone. Dit is niet zonder gevaar, want bij een ongeval of een infectie lopen ze het risico op een ernstige Addisoncrisis, waarbij mensen in shock kunnen gaan.
2. ‘Een beetje’ diabetes
“Een van de grote misverstanden die de ronde doen onder de bevolking, is dat je een beetje type-2-diabetes kan hebben. Dat is zoiets als zeggen dat je een beetje zwanger bent. Je bent zwanger of niet, je hebt diabetes of niet. De voornaamste oorzaken van type 2 diabetes zijn overgewicht en te weinig beweging. Als je weet dat de helft van de Vlamingen overgewicht heeft en één op de zes obesitas, dan is het niet zo vreemd dat 70 procent van de patiënten op de afdeling endocrinologie diabetes hebben.
Lacherig doen over diabetes, ‘och, het is maar een beetje diabetes’, dat vind ik echt niet kunnen. Diabetes type 2 is een ernstige ziekte die belangrijke complicaties met zich kan meebrengen, zoals nier- en oogschade, erectieproblemen en soms zelfs amputatie van een teen, voet, of onderbeen.”
Diabetes type 2 valt niet te genezen met een pilletje. Je kan diabetes hoogstens onder controle houden, maar dat lukt vaak niet zonder je gedrag te veranderen: meer bewegen en gezonde voeding blijven heel belangrijk en zijn zeer effectief. En als mensen hun diagnose diabetes niet ernstig nemen, zullen ze helemaal niet gemotiveerd zijn om hun gedrag, al is het maar beperkt, te veranderen.
3. Overgewicht door een traag werkende schildklier
Hoe vaak heb ik al niet gehoord: ‘Dokter, ik heb overgewicht omdat mijn schildklier te traag werkt’. Mensen komen soms met grote verwachtingen naar hier. Ze denken dat ze naar buiten zullen wandelen met een pilletje dat hen bij toverslag slanker maakt. Ze zijn ervan overtuigd dat hun overgewicht niets te maken heeft met hun levensstijl, maar alles met hun te traag werkende schildklier. Als we dan de schilklierwaarden in hun bloed controleren en alles blijkt normaal te zijn, zijn ze heel verbaasd of teleurgesteld.
Soms krijgen we mensen over de vloer die het schildklierhormoon voorgeschreven willen krijgen om een paar kilootjes af te vallen voor ze op vakantie vertrekken, om een nog plattere buik te krijgen. Dat doen we natuurlijk niet.
Mensen denken dat er een verband bestaat tussen lichaamsgewicht en het schildklierhormoon, maar dat is meestal niet het geval. Zelfs mensen die echt kampen met obesitas hebben meestal normale schildklierwaarden.
De consultaties met mensen die overtuigd zijn dat hun overgewicht te maken heeft met de werking van hun schilklier zijn vaak pittig. Ofwel zijn ze kwaad, ofwel vloeien er tranen. Ze zijn erg teleurgesteld dat hun probleem niet met een pilletje kan worden opgelost. Ze zijn soms erg ontmoedigd omdat we beginnen over meer bewegen en hen naar de diëtist sturen.”
"Lacherig doen over diabetes, ‘och, het is maar een beetje diabetes’, dat vind ik echt niet kunnen."
Een positief verhaal
“Meer bewegen en gezonde voeding, dat zijn de klassieke adviezen die we standaard geven aan mensen met overgewicht, maar in hoeverre die worden opgevolgd, daar hebben we geen zicht op. We zien wel dat een groep mensen met overgewicht terechtkomen in tweede- en derdelijnsbehandelingen: medicatie, medicatie op medicatie, nog meer medicatie en ga zo maar door. Het is een van mijn frustraties dat vaak de basis van het probleem niet adequaat wordt aangepakt.
Er valt nog heel wat gezondheidswinst te rapen door meer in te zetten op preventieve gezondheidszorg, liefst met een positief verhaal. Dat lijkt me veel beter dan dreigen, verbieden of angst aanjagen. Ik ben een groot voorstander van aanbieden van meer keuzemogelijkheden, inplannen van deugddoende beweging, en het aantrekkelijker maken van gezonde alternatieven.
Hormonen onder controle
Guy T’Sjoen
Pelckmans UItgevers
204 blz. – 19,50 euro