Drie specialisaties
Piet Hoebeke: “Mijn hele professionele leven schaart zich rond drie domeinen die toevallig mijn pad kruisten: Aangeboren urologische en genitale aandoeningen, transseksualiteit en geslachtsvariatie. Ik zag penissen in alle vormen en maten. Sommige mensen voelden zich pas compleet wanneer er eindelijk een penis tussen hun benen hing, voor anderen kon hij niet snel genoeg verdwijnen uit hun onderbroek. Veel patiënten voelen zich doodongelukkig omdat hun normale penis in hun ogen te klein is, andere patiënten voelen zich de koning te rijk wanneer we hun clitoris veranderen in een micropenis. Het mooiste is niet zozeer wanneer een operatie goed geslaagd is, maar wanneer iemand zich echt geholpen voelt. Daarom doe ik mijn werk nog altijd bijzonder graag.

Geen muur tussen mannen en vrouwen
“Intersekse kinderen worden geboren met kenmerken van beide geslachten. Vroeger opereerden we hen op vraag van de ouders. Bij jongens die niet mannelijk genoeg waren, versterkte een ingreep de mannelijke kenmerken bij meisjes de vrouwelijke kenmerken. Nu denk ik daar anders over. Er staat geen muur tussen mannen en vrouwen, vaak is er sprake van een spectrum, een geleidelijke overgang. Het is niet omdat mama en papa graag een normaal meisje of een normale jongen zouden hebben, dat je zo’n kind moet boetseren naar die wens. Je weet immers op voorhand nooit hoe zo’n kind zich zal ontwikkelen en dus wachten we liever af. Als er geen medische oorzaak is, vind ik dat wij zo weinig mogelijk aan genitaliën van kinderen moeten komen.”

Besnijdenis: laat iedereen zelf beslissen
“Elke dag worden in België vijftig jongetjes, jonger dan vijftien jaar besneden, per jaar is dat dus 18.000 besnijdenissen, bijna één op de drie.
In de meeste gevallen is er geen medische reden om de voorhuid geheel of gedeeltelijk weg te halen. Bij de meeste jongens die onder het mes gaan, wordt vernauwing of verkleving van de voorhuid als reden aangehaald. Maar tot aan de puberteit zijn dat soort problemen volkomen normaal. Ook religie speelt een rol. Een derde tot de helft van de ouders vraagt een besnijdenis uit religieuze motieven. Meestal adviseer ik de ouders om te wachten tot hun zoon oud genoeg is om hierover zelf te beslissen.”

Te kort, te smal, te krom
Veel mannen lijden aan het ‘penile dysmorphic disorder’, een soort minipsychose. Dat zijn mannen die van bij het opstaan lopen te piekeren over hun ‘abnormale penis’ en daar tot ‘s avonds laat obsessief mee bezig zijn. Meestal gaat het om een perfect normale variant, maar toch worstelen die mannen met dat waanidee: hij is te kort, te smal, te krom. De gemiddelde penis in erectie is 13 cm met een spreiding tussen 9 en 16 cm. Slechts 2,5 procent van de mannen zit daar onder en 2,5 procent daarboven. De enige verklaring voor deze variatie zit in ons DNA, dat de hele geschiedenis van de mens in zich draagt. Van alle mensapen was de homo sapiens degene met de grootste penis. Het was zijn verleidingsinstrument. Een grote penis had meer kans om opgemerkt te worden en was ook succesvoller bij de voortplanting. Dat idee zit nog altijd in ons DNA.”

Een luie dartospier
“Dat je penissen in slappe toestand – zoals bij het gezamenlijk douchen wel eens gebeurt – niet kunt vergelijken, komt door de dartospier. De meeste mannen hebben er echter geen flauw benul van dat er zo’n spier rond hun geslachtsorgaan zit. In de tijd van de homo sapiens, toen men nog naakt rond liep, kwam zo’n spier, die de slappe penis netjes naar binnen trok, goed van pas. Voor de primitieve man was het immers heel hinderlijk om met zo’n wapperend lid over scherpe rotsen te klimmen of tussen doornstruiken te lopen. Slechts bij seksuele opwinding ontspande de dartosspier zich en kwam de penis terug tevoorschijn. Naarmate de mens zich ging kleden, nam de functie van de spier af en deed de natuurlijke selectie haar werk. Maar zo’n overbodig lichaamsdeel verdwijnt soms pas naar honderden generaties. Dus mannen als je nog eens vergelijkt, denkt dan niet ‘verdorie wat is hij groot geschapen’, maar wel ‘jouw dartospier is precies aan de luie kant’. Aan de dames geef ik de raad om nooit, maar dan ook nooit te zeggen: ‘oei, wat is jouw piemel klein’. Zo’n achteloos zinnetje, ook al was het voor te lachen, kan de man immers voor de rest van zijn leven traumatiseren.”

Porno schetst een vertekend beeld
“Ook porno is nefast voor het zelfvertrouwen van tieners en jonge mannen want het schetst een vertekend beeld van hoe de gemiddelde penis eruitziet. Als je enkel megafalussen over je beeldscherm ziet paraderen, ga je automatisch geloven dat je uitzonderlijk klein geschapen bent. Als je dan toch wilt vergelijken, kan je beter naar een naaktstrand of een publieke sauna gaan. Ook het volume aan sperma in pornofilms is volledig fake en zijn het resultaat van listige montages. De gemiddelde zaadlozing heeft een volume van vijf milliliter of de inhoud van een koffielepel.

In mijn begin jaren heb ik ooit penisverlengende operaties uitgevoerd, maar ik ben er redelijk snel van teruggekomen, want ik maakte die mannen niet gelukkiger, integendeel. Een penis kan je niet verlengen zonder hem te beschadigen. Vaak eindigt zo’n operatie zelfs met een misvormde penis. Chirurgie is dus niet de juiste manier om het probleem van mannen met een te kleine penis op te lossen., net zo min als allerhande toestellen, pillen of massagetechnieken. Trouwens waarom zou je je penis laten verminken terwijl vrouwen er weinig oog voor hebben? Onderzoek leert immers dat vrouwen helemaal niet naar het kruis kijken als ze op zoek zijn naar een partner.